7 stopwatch spelletjes voor buiten

Zet eens een spannende puzzeltocht uit of speel eens verstoppertje. Je zult zien dat je enorm veel plezier kunt beleven met dit misschien ‘ouderwetse’ vermaak. Wat ook altijd het speelplezier verhoogt, zijn de spelletjes waar een stopwatch aan te pas komt. De strijd tegen de tijd maakt wat je ook doet altijd extra spannend. We hebben een paar leuke spelletjes voor je op een rij gezet:

1. De snelste tijd op het parcours

Zet een leuk parcours uit en laat iedereen om de beurt deelnemen terwijl de stopwatch loopt. Wie de snelste tijd heeft, is natuurlijk de winnaar. Maak het parcours enigszins gevarieerd, door verschillende onderdelen in het parcours op te nemen. Bij mooi weer kun je bijvoorbeeld iemand een stukje laten lopen met een emmer met een laag water erin op het hoofd. Het is natuurlijk hilarisch als dit mis gaat. Je kunt het parcours ook in de speeltuin uitzetten, dan kun je de speeltoestellen erbij betrekken, afgewisseld met andere onderdelen.

2. Verdubbel de rij

Ga eerst met je kinderen een aantal voorwerpen buiten zoeken. Dat kunnen takjes zijn, stenen, bloemen of wat dan ook. Als je er maar twee stuks van hebt. Dus twee takjes, twee bloemen enzovoort. Leg nu van de voorwerpen van ieder één stuk in een bepaalde volgorde onder elkaar in een rij. Laat het kind de rij goed bekijken en leg er dan een vuilniszak of zeiltje overheen. De andere voorwerpen heb je op een stapel een stukje verderop neergelegd. Het kind moet hiernaartoe rennen en ze meenemen naar de plek van de voorwerpen onder de zak. Laat ze de voorwerpen van de stapel in dezelfde volgorde neerleggen, zodat er twee identieke rijen ontstaan. Wie het snelst deze twee identieke rijen heeft gemaakt, heeft gewonnen.

3. Omhoog met die ballon

Blaas per deelnemer een ballon op en geef deze ballon aan het kind. Ieder kind moet proberen de ballon zo lang mogelijk van de grond af te houden. Dus ze mogen de ballon koppen, met de voet of met de hand de ballon omhooghouden. Als hij maar niet op de grond valt. Neem de tijd op en wie het langste de ballon in de lucht houdt heeft gewonnen.

4. Van eiland naar eiland

Geef een kind twee tweedoeken en stel een beginpunt en een eindpunt vast. Het kind moet op de eerst theedoek plaatsnemen aan het beginpunt. Met de tweede theedoek maakt hij of zij een nieuw eiland en springt vanaf de eerste theedoek op de tweede theedoek. Daarna moet hij of zij de eerste theedoek nog wel kunnen pakken om deze theedoek weer als het volgende eiland te gebruiken. Door iedere keer van de ene theedoek naar de andere te springen, leggen ze de afstand tussen het begin- en het eindpunt af. Wie dit het snelste doet heeft gewonnen. Je kunt ook een krant of iets anders nemen als eiland en vergeet niet… tussen de eilanden zwemmen haaien.

5. Wie blijft het langste staan

Er zijn verschillende voorwerpen te verzinnen waar je op kunt proberen te blijven staan of zitten. Maar neem dan wel voorwerpen waarbij het makkelijker lijkt dan dat het is. Misschien heb je nog wel ergens een paar oude stelten en anders werkt een bal met een plank erop ook goed. Zitten op een skippybal met je benen van de grond is ook niet makkelijk. De stopwatch stopt sneller dan je denkt. Zelfs balanceren op één been is niet eenvoudig.

6. Vul de emmers

Zet vijf mandjes of emmers op één lijn en geef het kind vijf balletjes. Geef de opdracht om in iedere emmer één bal te werpen en stop de tijd als het gelukt is. Maak wel een lijn waar het kind niet overheen mag tijdens het gooien. Natuurlijk mogen ze wel de ballen oprapen die mis gegooid zijn. De afstand van de lijn tot aan de emmers of mandjes kun je afstemmen op de leeftijd van het kind.

7. Duik naar de schat

Als het echt lekker weer is, kun je natuurlijk ook een zwembadje buiten zetten. Gooi een aantal voorwerpen op de bodem en laat een kind de voorwerpen zo snel mogelijk van de bodem afhalen. Wie de voorwerpen het snelst heeft verzameld mag de anderen nat spetteren.

Stop de tijd

Hebben de kinderen vakantie en heb je nog meer vermaak nodig? Er zijn talloze spellen te verzinnen waarbij je de tijd op kunt nemen. Hierdoor verhoog je het wedstrijdelement en dat maakt de deelnemers altijd fanatieker. Het werkt ook de andere kant op, je kunt de kinderen ook rustiger krijgen. Wie kan er bijvoorbeeld het langst zijn mond dicht houden, niet lachen of geen ja of nee zeggen? Dit kun je zowel binnen als buiten doen, maar ook onderweg in de auto. Buiten kun je bijvoorbeeld kijken wie het eerst een rode auto gevonden heeft of een lieveheersbeestje.